Harry Slinger, de man die we niet onopgemerkt voorbij kunnen laten gaan. Kenmerkend is, dat hij met zijn rode, gebreide mutsje overal verschijnt. Een toevalstreffer die bijzonder goed heeft uitgepakt. De originele rode muts is nu ingelijst en wel, maar gelukkig heeft Harry er wat bijbesteld, want zonder is hij wat naakt.
Harry is een Amsterdammer, een Jordanees geboren en getogen, en ook nu – gevestigd in Westzaan – blijft Harry een ras-Amsterdammer.
“Zoiets als dit ga je in Amsterdam natuurlijk niet vinden en het is heerlijk om wat ruimte te hebben en om in een houten huis te wonen hier in Westzaan, maar het is geen Amsterdam.”
De man is dan ook ambassadeur van de hoofdstad, hij draagt Amsterdam nog altijd een warm hart toe en zet zich in voor de cultuur in de stad.
En dat kan natuurlijk niet anders met zijn eeuwige liefde voor Johnny Jordaan en Willy Alberti. Hoe hij de magie ervoer van die ene keer op de schouder bij z’n broer. Dat moment toen Tante Leen en Johnny Jordaan in een rijtuig voorbij kwamen – zijn trots, hun trots uit de Jordaan, de helden van toen, uit hun eigen Jordaan.
Een jongen begonnen in de retail, in de kledingzaak verkopen en in de vrije avonden optreden voor gratis biertjes. Een rock ’n roll-leven zoals het toentertijd voor de mannen van De hot Patatoe Swingers ging. De naam onderging vele veranderingen: van Penis Black tot Theeluik, tot uiteindelijk Drukwerk. Er werd heel veel muziek gemaakt en bij het nummer ‘Ik verveel me zo’ maakte ook de rest van Nederland kennis met Drukwerk. Een actielied dat al vlug werd opgevolgd door nummers als ‘Beatrix’ en ‘Je loog tegen mij’. Dat laatste nummer was het grote succes, met een eerste televisie-uitzending die plaatsvond – letterlijk – in het Scheveningse bad mét golfslag én het typerende rode, gebreide mutsje.
“Mensen wisten misschien niet hoe de band heette die dat nummer in het water – mét golfslagbad én rode muts – zong. Maar iedereen wist van het water en de muts. Daar is het uiteindelijk allemaal begonnen met de rode muts.”
”M’n vrouw – toen m’n vriendin, en nog steeds m’n vriendin eigenlijk – is feitelijk de grondlegger van het idee van mijn typerende rode mutsje. En door stom toeval is dat erbij gebleven.”
En toen ging het snel. Drukwerk verkocht zo’n 143.000 platen van de singel, trad op door heel Nederland en won prijzen. Maar ook los van Drukwerk ging Harry aan de slag. En nog steeds is hij bezig. Hij ging verder door als acteur in verschillende producties en series als ‘Baantjer’ en ‘In de Vlaamsche pot’, maar natuurlijk ook als zanger. Met een eigen soloalbum en optredens en uiteindelijk de 2.0 versie van Drukwerk, met zijn zoon Bram op de toetsen.
Harry heeft veel onderscheidingen gekregen voor zijn bijzondere werk en persoonlijkheid. Misschien wel de mooiste prijs, of in ieder geval degene die het meest bijzonder is, is toch het Hart van Rotterdam. Een rasechte Amsterdammer die een warm hart toegedragen wordt in Rotterdam is toch wel heel bijzonder. Hij heeft de onderscheiding gekregen voor het werk van het Nederlandse lied. De prijs pronkt dan ook bijzonder in de woonkamer – naast alle andere prijzen. Harry is er trots op, maar als we het over trots hebben, laat hij ons nog wat zien.
“Twee echte stoeltjes uit Carré. M’n dochter heeft ze gekregen bij haar afscheid, maar ik mocht ze lenen. Gaaf he? Zit je toch even in Carré!”
Het gaat goed met Harry, hij vertelt ons van de hak op de tak allerlei verhalen, en staat met vreugde en plezier in het leven. “Je moet bezig blijven, iets om handen hebben en vooral kunnen horen, dat houdt je fit. Ik heb een paar keer een middenoorontsteking gehad, waardoor mijn trommelvlies kapot is, maar m’n gehoorzenuw doet het gewoon nog. Ik heb dus een hulpstuk; een BAHA – een soort gehoorapparaat, maar ik voel me heel goed. Handig zelfs die BAHA. Ik kan m’n audiosysteem erop aansluiten en m’n tv, maar vooral: ik hoor weer alles en dat houd je scherp en fit.”
Bridget van Alphen
Gepubliceerd in editie 2018-8, november 2018