Kwetsbaar opstellen is een kwaliteit

Met een bruin broodje brie spreken we Hans van Breukelen. De doelman die ruim zeventig keer uitkwam voor Oranje en waarbij de Nederlandse landstitel geen unicum is. En als Van der Sar zelfs spreekt over een ‘Hans van Breukelen-moment’ dan heb je meer dan goeds gedaan voor de Nederlandse voetballerij. Maar Hans van Breukelen is meer dan alleen de man die de bal buiten die palen wist te houden.

Een man die graag tussen de mensen vertoeft. “Ik vind het erg gezellig om met mijn vrouw en kinderen veel leuke dingen te doen.”

Hij moet energie krijgen van de dingen die hij doet, maar vindt het ook vooral belangrijk om energie te geven aan mensen om hem heen. Van familie tot toehoorders bij lezingen tot deelnemers aan coachingsessies.

“Ohja! En in juli word ik voor de derde keer opa!”

We kennen hem dan misschien als de koning van het net, maar Van Breukelen heeft eigenlijk z’n PA afgerond om vervolgens als onderwijzer aan de slag te gaan. Van dromen tot leraar tot onder de lat.

“De kleinste moest in het doel. Zo simpel was het. Ik wilde zo graag meedoen met de voetbal op straat, maar ik was de kleinste, dus ja, ik moest in het goal. En op een gegeven moment bleek ik het nog goed te kunnen ook, dus dan krijg je nog wat waardering. En op m’n achtste bij de plaatselijke club ook in het doel gaan staan. Ik heb eigenlijk nooit anders geweten.”

Zelfreflectie is iets dat je verder kan brengen. Realistisch kijken naar hoe het met je gaat, maar ook waar je staat en waar je heen wilt en of dat nu echt het belangrijkste is. Kwetsbaar opstellen is een kwaliteit. Evenals dicht bij jezelf blijven.

“Ik heb het nooit moeten hebben van m’n talent, maar vooral meer van m’n inzet. Is gewoon zo, en vooral ik kwam pas op m’n 18e eigenlijk een beetje om de hoek kijken. Pas na de HAVO zelfs. Ik ging van derde keeper, naar tweede keeper. En ik heb zelfs m’n studie af kunnen maken. Dat vond ik ook wel lekker!”

Toen is Hans dus zijn twee ‘talenten’ gaan combineren. Hij gaf les voor zo’n 15 uur per week en kon voetballen bij FC Utrecht met z’n eerste contractje. Een alleskunner met een flinke dosis zelfkennis en doorzettingsvermogen.

Hij begreep letterlijk hoe het spelletje in elkaar zat en is met al zijn passie in het spel blijven zitten, maar dan áchter het net. Van bestuurlijke functies tot uiteindelijk technisch directeur van de KNVB. Een titel die niet veel mensen mogen dragen. Maar ook is hij schrijver, coach op het gebied van managementtrainingen en hij heeft zelfs op de planken gestaan in het theater. In 2017 legde hij zelf de functie van technisch directeur neer, maar anno 2019 is hij weer helemaal terug. Even vrolijk, vol passie en liefde voor het vak als altijd. Hij maakt een comeback en hoe, een ‘Van Breukelen-moment’ is meer dan alleen die bal stoppen. Het is weten hoe je terugkomt als je misschien wel 1-0 voor jezelf achter staat.

“Ik was dag en nacht bezig met de KNVB, ik wilde geen deel uitmaken van dat negatieve daglicht. Ik was opgebrand.”

Inmiddels is Van Breukelen terug. Hij heeft letterlijk een comeback gemaakt en deelt zijn ervaringen met mensen om hem heen. Het is fijn om mensen iets mee te kunnen geven vanuit eigen ervaring, maar het allerbelangrijkste is dat hij zelf ook heel wat heeft geleerd. Vooral dat dingen die hij eerder misschien wat opzij schoof, nu bij verre voorrang krijgen. Denk aan kinderen, kleinkinderen en reizen.

“Ik heb ontzettend veel gedaan en was altijd heel ondernemend. Van technisch directeur KNVB, tot voorzitter in organisaties en raad van commissarissen.”

“Anders denken is anders voelen is anders gedragen. Dat was de grootste coach van mijn leven; mijn overleden vrouw. Wat heeft zij aan mijn kant gestaan!!”

“Men zegt wel eens, achter een succesvol iemand staat een sterke partner. Dat is gelul! Mijn vrouw stond de meeste tijd naast me! En zelfs voor me. En met mijn huidige vrouw hetzelfde.”

Van zo diep, naar zulk succes. Dat is wat Van Breukelen echt als mens heeft gemaakt.

“Ik ben blij met alles wat ik heb gedaan.”

Hans sluit hem af met: “Ik doe liever iets waar ik spijt van krijg, dan dat ik iets niet doe, waar ik dan weer spijt van krijg.”

Bridget van Alphen

Gepubliceerd in editie 2019-5, juni 2019