Brussel – Chimay – Dinant

Het was eind augustus toen we van huis vertrokken voor een rondje vanaf Brussel door de laars van Henegouwen. Met de intercitytrein uit Amsterdam gaat het vlot vanaf de grens naar Antwerpen maar de laatste kilometers onder de metropool van Brussel door, kreunt de trein van station naar station om dan bij Brussel-Zuid tot rust te komen.

Het is net half twee als we aankomen en buiten het station zitten de terrassen vol met kantoormedewerkers die hun lunch genieten. Via een paar kleine straatjes gaat het naar het kanaal van Brussel naar Charleroi toe. Het is een goed begin van de route want langs het hele kanaal loopt een prima fietspad en zonder enig autoverkeer laten we langzaam de hectiek van de metropool achter ons.

Na dertig kilometer komen we aan bij een van de grootste waterwerken van België, het hellend vlak van Ronquières. Hier mondt ook het oude kanaal in het nieuwe kanaal uit, met bijpassend café met terras. Het oude kanaal kende talloze sluisjes waardoor de schepen door het bochtige kanaal er een eeuwigheid over deden. Nu varen de schepen in een dok dat 70 meter omhoog getrokken wordt, waarna de boten door een aquaduct verder varen tot het landschap het kanaal weer vaste voeten geeft. De route echter volgt het oude kronkelende kanaal dat er nu prachtig groen en verwilderd bij ligt. De oude sluisjes zijn kleine watervallen geworden. Het enige nieuwe is het asfalt van het fietspad. Alleen bij het dorp Arquennes is er nog een flinke strook originele klinkers in het jaagpad. Daar kunnen we gelukkig omheen via een fietspad over een verlaten spoorbaan. Het mooie oude kanaaltje komt dan uiteindelijk weer uit bij het grote nieuwe kanaal, en de laatste twintig kilometer naar de Samber trekken snel en vlot voorbij. Om vanaf het kanaal bij de Samber te komen moeten we even door Marchienne-au-Pont, een voorstadje van Charleroi.

We slapen die nacht in Charleroi en steken de laatste kilometers af. Het centrum van Charleroi is de laatste jaren grondig opgeknapt en ziet er deze zomeravond leuk uit, met een eigen brouwerij annex restaurant waar het goed toeven is. De volgende ochtend, als we gelijk vanaf Charleroi de Samber volgen, voert het fietspad door de resten van de staalindustrie als door een decor van een apocalyptische film. Verroest ijzer, geblakerde stenen, verwrongen staalbalken en overal onkruid door oude hekwerken, geven je een onwerkelijk beeld dat je voorstellingsvermogen tart. In al zijn lelijkheid is het prachtig.

Maar na een paar kilometer verdwijnt dit decor en wordt de Samber groen, weelderig groen zelfs. De rivier heeft hier een diep dal uitgesleten door de beboste heuvels en naast het fietspad is hier niks dat de rust verstoort. Waar het landschap zich even opent liggen de resten van de Abdij van Aulne. Wat ooit een rijke kloostergemeenschap was, staan nu nog slechts enkele muren, maar het is daarom wel indrukwekkend. Een paar bochten verder verschijnt de kerk van Thuin links boven de hellingen. De klinkerweg ernaartoe gaat steil omhoog, maar die doen we dus niet. We gaan nog een klein stukje verder langs de rivier en komen dan op het fietspad van de oude spoorbaan naar Chimay.

Op het eerste stukje, lopen er naast het fietspad nog de sporen van de oude trambaan. In de weekenden rijden hier nog mooie oude trammetjes van het museum. Door een dal van een zijriviertje gaat het langzaam omhoog en weer passeren we Thuin links boven ons. Naarmate we hoger komen wijken de hellingen en fietsen we door glooiende weilanden verder omhoog. Een paar kilometer na Beaumont duiken we de bossen in. Dit is de laars van Henegouwen, waar de provincie met een smalle strook diep zuidwaarts steekt, omgeven door de grens met Frankrijk en de provincie Namen. Via uitgestrekte bossen stijgen we heel geleidelijk met maximaal 3% naar het hoogste punt. Als je zou willen kun je daar al afkorten naar Mariembourg, maar zelf dalen we eerst af naar Chimay. Het fietspad loopt daar dwars door het kleine stadje, maar het echte leuke marktplein ligt net een paar straten verder, bij het stadhuis. Daar kun je op het terras je tegoed doen aan de verschillende bieren van Chimay, in combinatie met de eigen kaas. Heerlijk zomer, zeker als je dan ook nog toeschouwer kunt zijn van een bruiloft in het oude stadhuis.

Vanaf Chimay loopt het fietspad verder, zowel richting Frankrijk als naar Mariembourg. We gaan naar Mariembourg door groene heuvels en met een brug over een diep rivierdalletje. Het fietspad is nog niet helemaal klaar, maar tot halverwege wel en de laatste kilometers misschien ook in 2020. Mariembourg was ooit een oud vestingstadje – in 1542 gebouwd door Marie van Hongarije, de toenmalige landvoogdes – die het stadje liet bouwen ter verdediging tegen de Fransen. Het heette onneembaar te zijn, maar veertien jaar later bleken de Fransen wel beter te weten. Er zijn geen vestingwerken meer maar nog wel het stervormige patroon.

Vlakbij Mariembourg ligt in Nismes het hotelletje La Calestienne van Chris van Beveren. Hij voert hier al jaren de scepter over deze pleisterplaats voor wandelaars en fietsers. Als we na deze dag warm van het fietsen in de tuin gaan zitten verzorgt Chris het eten.

Na Mariembourg kunnen we verder over het fietspad door het veengebied naar het dal van de Maas. Dat gaat moeiteloos en de laatste kilometers blijven we alleen maar dalen. Maar wie dat wil kan het vanaf hier ook nog mooier maken. Vanaf Nismes loopt er ook een mooie route naar Fumay in het dal van de Maas net in Frankrijk.

Het gaat even omhoog de Ardennen in om dan pijlsnel af te dalen naar het dal van de Viroin en aan de andere zijde weer een fietspad te volgen over een oude trambaan omhoog naar Oignies-en-Thiérache. Dit is even het landschap van de echte Ardennen, met rotsen en diepe valleien en na een laatste ferme heuvel dalen we kilometerslang af naar de Maas, Frankrijk in. Vanaf Fumay volgen we dan het fietspad langs de Maas naar Dinant. Dit is een van de mooiste delen van het Maas-traject, waar de rivier diep uitgesleten meandert door de beboste wanden. Onderweg doen we nog mooie plaatsjes aan als Haybes en Givet, Waulsort, het kasteel en de rotsen van Freyr en de rots van de Vier Heemskinderen. Dinant heet je welkom met haar citadel boven op de rots en beneden de vele terrasjes en restaurants langs het water. Het bier van de abdij van Leffe, dat hier vlakbij ligt, smaakt dan heerlijk. We kunnen hier al de trein nemen, maar als we nog 25 kilometer de rivier afdalen zijn we in het levendige Bourgondische Namen en dan kunnen we zowel via Brussel als via Luik terug naar onze Lage Landen.

Dit rondje door Wallonië kun je in drie of beter nog, vier dagen prima doen. Ongeveer 90% van de route is geheel autovrij. Er is onderweg ruime keus aan B&B’s en hotelletjes, maar wie dat wil, kan ook kamperen. De fiets in de trein mee naar België kostte in 2019 € 12.- per fiets. In 2020 waarschijnlijk slechts ietsje meer.

Paul Benjaminse

De route is beschreven in: Fietsen naar Parijs.

De gids kost € 19,50 en is te bestellen via o.a. www.cyclingeurope.nl.